De meesten onder ons slapen niet zoals een mummie die nooit beweegt, en draaien en keren een paar keer per nacht. Hetzelfde gebeurt met de donsvlokjes in het donsdeken. Door onze beweging glijden de vlokjes naar beneden, en vormen ze donsballetjes, vaak in de hoeken van het donsdeken. Daardoor kan je het soms heel warm hebben aan je voeten, en iets kouder bovenaan.
Omdat donsvlokjes lucht vasthouden en zo een isolerende laag vormen die je 's nachts warm houdt, is het belangrijk dat ze gelijk verdeeld zijn over het hele donsdeken. Ze bestaan namelijk uit vele vertakkingen die zich vasthouden aan lucht. Wanneer de vlokjes dus te dicht op elkaar zitten worden de vertakkingen platgeduwd waardoor ze zich niet meer kunnen vasthouden aan lucht en ze geen isolerende laag kunnen vormen die je lichaamswarmte bijhoudt.
Voorkomen is beter dan genezen en de remedie is makkelijk! Je donsdeken dagelijks opschudden zorgt ervoor dat de donsvlokjes altijd mooi verdeeld zijn. Door te voorkomen dat ze donsballetjes vormen in de hoeken van je donsdeken zal je het altijd en overal heerlijk warm hebben!