SLAAPPATRONEN VAN DIEREN

Kijken naar de slaappatronen van dieren is natuurlijk leuk, maar het kan ons ook wat bijleren over onze eigen evolutie wat slaap betreft, vooral dan als je de slaapgewoontes van primaten onder de loep neemt...

SLAAPPATROON PRIMATEN

Primaten, dat zijn de zogenaamde opperdieren: mensen, apen en halfapen. Evolutionair gezien, zijn we dus aan elkaar gelinkt. Maar net zoals onze hersenen en lichaamsbouw verder ontwikkeld zijn, is ons slaappatroon geëvolueerd. 

De meeste apen zijn dagdieren en leven dus volgens een licht-donkerritme, net zoals wij. Onderzoek heeft bovendien al aangewezen dat apen – en eigenlijk de meeste zoogdieren – ook een REM-slaap en non-REM-slaap doormaken. Daarenboven dromen ze ook, al kunnen ze het je niet navertellen. Wist je dat ze zelfs last kunnen hebben van slaapstoornissen zoals dat bij mensen het geval is?

Een groot verschil is echter dat apen in kortere periodes slapen. Ze slapen niet in één keer 8 of 9 uur zoals de mens dat doet. Wel zijn ze ongeveer twaalf uur per dag actief, met een soort middagpauze overdag en een periode van inactiviteit ’s nachts. 

EVOLUTIE IN DAG- EN NACHTRITME

We kunnen er dus van uit gaan dat onze voorouders een gelijkaardig slaappatroon hadden aan dat van de apen. Er zijn verschillende redenen voor het veranderen van dat ritme. Denk maar aan de uitvinding van het vuur en het elektrisch licht. Daardoor verlengen we als het ware de dagen en kunnen we wel nog ‘actief zijn’ na zonsondergang.

We rusten dus minder dan apen en heel wat andere zoogdieren, maar doen dat wel in langere periodes. Waarom? Wel, wij hebben minder gevaren te vrezen ’s nachts zoals roofdieren die op de loer liggen en we hoeven – normaal gezien – ook niet te jagen om te kunnen eten. 

DAG- EN NACHTDIEREN

Hoe komt het nu dat niet alle dieren op aarde hetzelfde slaappatroon hebben? Dat er dag- en nachtdieren bestaan, is eigenlijk een slimme truc van de natuur: selectiedruk. De dieren die ’s nachts het meest actief zijn, zijn daar lichamelijk voor uitgerust. 

Ze moeten immers hun eten of prooien ’s nachts zoeken. Ze beschikken daarom over een goed nachtzicht, een beter gehoor, lange snorharen of zelfs een sonarsysteem (vb. vleermuizen). Niet voor niets zijn heel wat insecteneters nachtdieren. Hun voedsel bestaat uit kevertjes, wormen, spinnen, enz. en dat zijn nu net die diertjes die houden van het duister, een lagere temperatuur en vochtige grond. Komt dat goed van pas …

Jouw Slaaphandleiding

Heb je genoeg van die eindeloze nachten woelen en draaien? 
Verlang je naar een nachtrust die je batterijen volledig oplaadt?

Download het e-book!